Goud en koper in de boekenwereld door Frans A. Janssen (2008)
Woensdag 23 januari 2008
'sulcken boecken sijn in d"een handt gout datse in de andere handt maer coper en wesen".

De titel van het boek is afgeleid van het bovenstaande citaat. Het is een deel van een briefwisseling die twee zeventiende–eeuwse boekhandelaren/drukker/uitgevers hadden. Wat ze er mee wilden zeggen mag duidelijk zijn: hetzelfde boek kan door het ene bedrijf tot een commercieel succes gemaakt worden, terwijl het bij een ander bedrijf maar niet wil verkopen. Deze bundeling opstellen van Frans A. Janssen vertelt over de wisselvalligheden in de wereld van de boekdrukkunst, over hoogte– en dieptepunten.

Het is ondoenlijk om alle hoogte– en dieptepunten die Frans A. Janssen in zijn opstellen heeft verwerkt, bij langs te gaan. Daarvoor zijn de opstellen te gevarieerd. Zo gaat het de ene keer over typografische vorm van het boek, dan weer over de geschiedenis van één enkel boek of over de ontstaansgeschiedenis van één enkel lettertype. Wat mij betreft zijn de opstellen over de geschiedenis van één enkel boek of één enkele bibliotheek het meest pakkende. Ter illustratie van één van zijn opstellen neem ik direct maar het hoogtepunt en tevens het startpunt van de moderne boekdrukkunst: de Gutenbergbijbel.

Zoals bekend mag zijn, is de Gutenbergbijbel het oudste gedrukte boek ter wereld dat is gezet uit losse letters. Het is gedrukt in 1454/1455 door Johannes Gutenberg in Mainz. De oplage van het boek is, vergeleken met de huidige oplage cijfers, gering. Er werden naar schatting slechts 180 exemplaren gedrukt. Van deze oplage zijn momenteel nog maar 48 exemplaren bekend. Dat zijn er zo weinig dat het mogelijk is om van deze nog bestaande exemplaren hun geschiedenis te achterhalen.

De boeken die de vijfeneenhalve eeuw tussen drukken en heden hebben overleefd, zijn getekend door de geschiedenis. Net als de verdwenen exemplaren, hebben ze bloot gestaan aan oorlogsgeweld, diefstal, brand of overstromingen. De exacte levensloop is vaak niet meer te achterhalen maar er kan vaak nog wel een 'biografie' worden opgesteld als het gaat om hun verblijfplaats door de eeuwen heen. Via eigenaarsmerken, ex libri, veilingcatalogi en andere geschreven bronnen, is na te gaan wie de achtereenvolgende eigenaren zijn geweest en wat hun lot is geweest. Door de geschiedenis van Gutenbergbijbels heen, schijnt de wereldgeschiedenis. Oorlogen, ontkerkelijking, opheffing van kloosters, de opkomst van het kapitalisme, de verschuiving van macht van Europa naar Amerika. Al deze ontwikkelingen zijn terug te vinden wanneer je de geschiedenis van de verschillende Gutenbergbijbels leest.

De geschiedenis van de Gutenbergbijbel laat ook de toenemende waardering zien van het boek als cultuurobject. En met de waardering ook de waarde. De Gutenbergbijbels zijn een fortuin waard: de laatste keer dat een exemplaar op de markt kwam, bracht het 4,5 miljoen dollar op. In het licht van die waarde even een kleine anekdote over het exemplaar in het Harry Elkins Widener Memorial Library van de universiteit van Harvard. 4,5 miljoen dollar is een aantrekkelijk bedrag. Zo moet ook de aspirantdief hebben gedacht die zich in 1969 het exemplaar uit de genoemde bibliotheek wederrechtelijk wilde toe–eigenen. Maar je moet in het geval van de Gutenbergbijbel goed voorbereid zijn. Ten eerste wegen de beide banden samen ongeveer 30 kilo en ten tweede zijn geen twee exemplaren gelijk en zijn alle bekende exemplaren uitgebreid beschreven. De kans dat een dergelijk boek ongemerkt op de markt kan worden aangeboden is nihil. De poging mislukte uiteindelijk dan ook jammerlijk.

__________

Gevarieerd en voor een breed publiek.
Eén van de leukste onderwerpen voor een boek (voor boekenliefhebbers in ieder geval) is het boek zelf. Het grote gevaar dat dan op de loer ligt is dat een dergelijk boek–over–boeken te technisch is en alleen bestemd lijkt te zijn voor de vakbroeders van de schrijver. Dat is gelukkig bij 'Goud en koper in de boekenwereld' niet het geval. In inhoudelijk gevarieerde en vlot geschreven opstellen beschrijft Frans A. Janssen het wel en wee in de boekenwereld. Soms gaat hij dieper in op de typografische vorm van het boek, een andere keer beschrijft hij de geschiedenis van één enkel boek. Weer een andere keer beschrijft één enkel lettertype. Hij vermijdt daarbij gelukkig de supergedetailleerdheid, waardoor de opstellen voor een groot publiek interessant blijven. De gemiddelde boekenliefhebber zal het gebuikte jargon doorgaans bekend voorkomen, de leek wordt door de schrijver op plezierige wijze aan de hand genomen.

De opstellen van Frans Janssen maken nieuwsgierig naar meer. Wat mij betreft volgen nog meer bundels waarin Frans A. Janssen de geschiedenis van één boek of één bibliotheek uit de doeken doet.
Links bij dit artikel: