cadoc.nl, boeken over kunst, fotografie en vormgeving (en nog veel meer)
Bernard Essers 1893-1945
Donderdag 3 juli 2008
Start van een kunstenaarsleven
Bernard Essers werd geboren in Nederlands–Indie, zijn vader was arts, zijn moeder onderwijzeres. Tot zijn achtste jaar woonde het gezin Essers op Oost–Java en verhuisde daarna naar Nederland. Bernard Essers had de eerste jaren in Nederlands–Indie thuisonderwijs genoten en eenmaal in Nederland werd duidelijk dat de middelbare school met haar klassikale onderwijs niet voor hem was weggelegd. Hij kreeg prive–onderwijs omdat hij "geen neiging tot studie toonde, maar vermoedelijk de artistieke kant op wilde."

Die artistieke kant moest verder vorm worden gegeven door het volgen van een opleiding, het liefst aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten. Maar Essers slaagde niet voor het toelatingsexamen en schreef zich in voor het Royal College of Art in Kensington, London van 1910 tot 1911. Daar maakte Essers kennis met het gedachtengoed van de Arts and Crafts Movement. In 1913 probeerde hij opnieuw zonder succes zich in te schrijven voor de Rijksacademie van Beeldende Kunsten. Als alternatief volgde hij tot 1915 een opleiding bij Teekeninstituut Piersma waar hij kennis maakte met de grafische technieken. Job Graadt van Roggen en Jaap Veldheer waren zijn leermeesters.

Werk in opdracht: boeken en tijdschriften
In 1916/1917 kreeg Essers de opdracht om voor een luxe–editie van Arthur van Schendels" "Een zwerver verliefd" de illustraties te verzorgen. Het was de vijfde editie van dit boek dat verscheen in een oplage van 133 genummerde exemplaren bij Versluys in Amsterdam. Essers voorliefde voor het verwerken van symbolische en neo–romantische kon hier volledig tot uiting komen. De reden dat Essers deze opdracht kreeg kan wellicht samenhangen met de illustraties die hij eerder, in 1916, had gemaakt bij "Deirdre en de zonen van Usnach" van Adriaan Roland Holst. Dat plaatsgenoten Roland Holst en Essers elkaar kenden blijkt wel uit een portret uit 1914 dat Essers van de schrijver had gemaakt. De illustraties voor Deirdre zijn sterk gestileerd en komen krachtig over. De houtgravures die hij maakte voor Boutens" Beatrijs zijn helaas nooit verschenen. Ze hebben dezelfde eenvoud en kracht als de andere illustraties die hij had gemaakt, bijvoorbeeld "En buiten het dorp aan der wegen sprong…"

Roland Holst speelde waarschijnlijk ook een rol bij een andere belangrijke opdracht voor Essers: enkele omslagen voor het avant–garde tijdschrift Wendingen. Essers heeft maar liefst drie omslagen verzorgd: een litho voor het Beeldhouwkunstnummer (1920), Ex Librisnummer (1923) en Kristallen Wondervormen der Natuur (1924). Waarom Essers, die niet echt bekend stond als avant–gardist, mocht bijdragen aan Wendingen is niet direct duidelijk. Wel is het zo dat na het vertrek van Roland Holst en Wijdeveld uit de redactie van het blad, hij uit die hoek geen opdrachten meer heeft gehad.

Overig, vrije, werk
Essers is als houtgraveur in staat om beelden neer te zetten die "raak" zijn. Ze zijn compositorisch doordacht en hebben vaak spannende contrasten in licht en donker. Essers zelf is na circa 1920 de houtgravure wat beu: "In zekeren zin kan ik bij houtsneden mijne impressie op eene koele, zuivere wijze weergeven maar het is mij te weinig bevredigend op den duur. [...] De innerlijke aandiening kan ik veel meer uiten in teekeningen…". Maar als je die tekeningen ziet dan vraag je je af wat Essers" innerlijke aandoening was. Ze zijn vaak vlak en qua compositie weinig aansprekend. Sommige aquarellen zijn half realistisch en half gestileerd waardoor ze een ronduit amateuristische indruk maken. De kwaliteit van deze tekeningen is maar moeilijk te rijmen met de kwaliteit van de prachtige houtgravures die hij bijvoorbeeld maakte in 1927 voor "Les Stances" van Jean Moreas.

Prachtige catalogus, maar…
Zoals we ondertussen van uitgeverij Waanders, zeker in combinatie met het Drents Museum, gewend zijn, is de catalogus zelf prachtig. Ruim voorzien van voorbeelden van Essers" werk, prettige teksten en een overzichtelijke oeuvre–catalogus.

En dan nu de maar. Mijn grootste "maar" is het werk van de kunstenaar zelf. Zelden heb ik met zulke dubbele gevoelens naar iemands oeuvre gekeken. Je verwacht een bepaalde ontwikkeling. Niet eens in de zin van "beter" maar zeker wel in de zin van gerichter. Bij Essers lijkt het alsof het hoogtepunt al na circa 1925 is geweest en het werk zijn focus verliest. Je vraagt je af hoe dezelfde man die de prachtige houtgravures maakte voor bijvoorbeelds Adriaan Roland Holst´s "Deirdre en de Zonen van Usnach" zich er later vanaf lijkt te maken met zo nu dan werkelijk tenenkrommende landschappen. Roland Holst zelf zei over enkele van deze latere tekeningen: "…een paar werkelijk horribele teekeningen, ongevoelig, aanstellerig en er glad naast". Dat lijken me al te harde woorden maar ze staan niet ver van mijn eigen beleving.

Gelukkig valt er ook nog veel te genieten. De houtsneden en houtgravures zijn vaak verrassend raak. Zoals "Twee koeien" (1925), "Twee fazanten" (1925) en "Het strand" (1919). Voor mij is en blijft Bernard Essers de man van de houtgravure. Wat dat betreft is het boek een welkome aanvulling op mijn collectie.

Piet Spijk en Annemarie Timmer
Bernard Essers (1893 – 1945)
232 bladzijden, paperback
Prijs € 29,95
Uitgeverij Waanders / Drents Museum
ISBN 978 90 400 8499 7
Uitgegeven juni 2008


De gelijknamige tentoonstelling in het Drents Museum is van 28 juni tot en met 21 september 2008
Links bij dit artikel: