Joost Zwagerman. Beeld verplaatst
Zondag 14 maart 2010

Joost Zwagerman. Beeld verplaatst (Arbeiderspers, 2010) Zelf bezit en koester ik een kleine collectie kunstenaarsboeken. Het aantrekkelijke aan deze vaak visueel fraaie uitgaven is veelal niet eens de originele grafiek, of de bijzondere typografie of het luxe, geschepte papier. Nee. De aantrekkingskracht is de wisselwerking die er tussen beeld en tekst heeft plaatsgevonden. Welke er het eerst was, woord of beeld, maakt niet veel uit. Wat wel uitmaakt is het gemeenschappelijke gevoel dat kunstenaar en schrijver hebben gehad en in hun werk hebben aangebracht. Dat een boek met een dergelijke wisselwerking tussen schrijver en kunstenaar niet altijd "zwaar bibliofiel" uitgevoerd hoeft te zijn, bewijst het zojuist verschenen "Beeld verplaatst". In deze bij de Arbeiderspers verschenen bundel, zijn teksten van Joost Zwagerman en werk van beeldend kunstenaars samengebracht. In Museum Meermanno is onder het motto "Een ode aan het kijken" een tentoonstelling met Zwagerman´s poëzie (en een beetje proza) te zien in samenhang met het werk van veertien kunstenaars.

De interactie tussen het werk van Joost Zwagerman en de beeldende kunst was er vanaf het allereerste begin de eerste gedichten van Zwagerman in het tijdschrift Maatstaf (1986) verschenen. Zo maakte hij poëzie bij het werk van Rob Scholte, Sandra Derks, Hans Op de Beeck, Aldert Mantje, Marlene Dumas. Andersom gebeurde ook. Zo maakten Harald Vlugt en Emo Verkerk nieuw werk bij gedichten van Zwagerman. Opvallens is dat bij latere samenwerkingsverbanden er een steeds prominentere rol voor fotografie is weggelegd. Werk van fotografen als Paul Blanca, Rineke Dijkstra, Koos Breukel, Charlotte Dumas en Erwin Olaf inspireerden Joost Zwagerman tot nieuw (dicht)werk.

Wat "Beeld verplaatst" erg goed demonstreert, is dat er een groot verschil is tussen een–plaatje–en–een–praatje (of vice versa) en wanneer er interactie tussen woord en beeld heeft plaatsgevonden. Je kunt zelf eenvoudig testen van welke variant sprake is. Verleid het woord je niet tot nadere bestudering van het beeld óf het beeld niet tot een nadere verdieping van het woord, dan is er sprake van een plaatje–en–een–praatje. In het andere geval merk je dat je beide werken, woord en beeld, meer gaat waarderen.

Uit: Joost Zwagerman. Beeld verplaatst (Arbeiderspers, 2010)
Cecile (2008) door Rineke Dijkstra Uit: 'Beeld verplaatst' (Arbeiderspers, 2010)


Zo ook in "Beeld verplaatst". Daar betrapte ik mezelf meerdere keren op terugbladeren in de teksten van Joost Zwagerman of langer turen naar het bijbehorende schilderij of de foto. Bijvoorbeeld bij het onderstaande gedicht Alles sal reg kom van Joost Zwagerman dat hij maakte naar aanleiding van een portret dat fotografe Rineke Dijkstra maakte:


Alles sal reg kom

Eens keek zij vanaf een toren van het Rijks
in close–up en superbillboardgrootte
over half Amsterdam: het meisje van Verspronck.
Haar blik de blik van hoger, groter weten

Goed, zij hing daar voor promotie en gewin,
maar overwon het beeld en werd een baken.
Werd voor wie zij zag passeren
hoedster, heilig kind en schrikgodin

Datzelfde hoger, groter weten
glimpt mee in de ogen van het meisje
ver van billboards, uit de binnencirkel
van een Amsterdams gezin.

Haar blik de blik waarmee het kind
zich vanaf begin bekeken weet,
bodhi–blik van teddyberen, little pony´s,
lieve hondjes. Zen is het knuffeldier.

Voldragen kennis van dinggeworden
dieren die niets zeggen en die zeggen
wat het meisje van Verspronck ons zei:
alles zag zeg kom de wereld is hier.

– Joost Zwagerman bij de foto Cecile (2008) van Rineke Dijkstra

Joost Zwagerman
Beeld verplaatst
140 bladzijden
Prijs € 25,00
De Arbeiderspers
ISBN 9789029572392
Verschenen maart 2010
Links bij dit artikel: