André Olgers - Alles is altijd al geweest
Woensdag 9 mei 2007
Na een aantal jaren veel te hebben gelezen over grafische vormgeving en de vormgeving van boeken in het bijzonder, denk je alles en iedereen in dat wereldje te kennen. Maar 'Olgers', nee, het doet geen bellen rinkelen. En toch, na wat gebladerd te hebben, heeft het iets vertrouwds en bekends. Wie is André Olgers en wat komt zo bekend voor?

Een korte biografie
André Olgers werd in de kerstnacht van 1953 geboren en groeide op in IJmuiden. Tekenend voor zijn jeugd is, volgens zijn 'biograaf' Joost Veerkamp, het katholicisme: 'Iemand leert door het katholicisme al jong om te versieren'. Dit is dan ook de enige plek waar Olgers een soort van vooropleiding aan heeft ontleend. Verder is hij autodidact. Dat weerhoudt hem er echter niet van om een indrukwekkend en veelzijdig CV op te bouwen. Na dertig jaar omvat zijn oeuvre onder meer tekeningen, tekenfilms, films, logo's, eigen tijdschriften, affiches en dozen met inhoud en muziek. Als bewijs van zijn veelzijdigheid wordt het boek vergezeld door een CD met 25 tracks van zijn hand. Op slechts 51–jarige leeftijd overlijdt Olgers in 2005 op het Canarische Eiland La Palma.

Het oeuvre: Adopt, adapt & improve
Het vroege werk, zeg maar van 1972 tot 1983, van Olgers laat ik even voor wat het is. Het spreekt me minder aan: een tekenfilm voor de TROS, een leader voor TopPop of lasershows op Ibiza. Zijn latere werk, zo pak'em beet vanaf 1983, wordt wat mij betreft interessanter. Vanaf dan laat hij door het herschikken van bestaande beelden een nieuw en 'beter' beeld ontstaan. Hiermee sluit hij aan bij de pop–art stroming waarbij beelden van de hedendaagse commercie uit hun context worden geplaatst (en al dan niet worden aangepast) en tot kunst worden verheven. Ook past hij het klassieke principe translatio, imitatio, aemulatio toe. Of in een meer hedendaags jargon: adopt, adapt & improve en in voor u en ik begrijpelijk Nederlands: gebruiken, aanpassen en verbeteren. In zijn ontwerpen voor labels van de kledingmerken 'Frenzy' en 'ZOO' is dit onder andere terug te vinden: foto's en afbeeldingen van reclame uit de jaren '50 en '60 worden geknipt en bewerkt. Niet achteloos maar het oude beeld wordt net zo lang geschaafd en gepolijst tot een nieuw beeld ontstaat dat in niets doet denken aan het bestaande. Er wordt kwistig gebruikgemaakt van copyrighttekens, schijnveiligheids– en kwaliteitskeurmerken en nepstempels. De kledinglabels, schoenendozen, tekstbandjes en displays die hij voor deze kledingmerken ontwerpt, krijgen op die manier een bijna Beuysiaans voorkomen.

'No way, José!' en 'Doosjes–met–inhoud'
Het sterkst is Olgers wat mij betreft wanneer hij voor zichzelf ontwerpt of zich bezighoudt met 'doosjes–met–inhoud'. Aangemoedigd door het succes van zijn Amsterdamse collega Piet Schreuders, maakt Olgers in 1991 een nul–nummer van zijn eigen tijdschrift: 'No way, José!'. Ook hier bewerkt hij bestaande beelden tot geheel nieuwe eigentijdse beelden door onder andere het opblazen van afbeeldingen tot slechts rasterpunten overblijven en het toevoegen van eigen steunkleuren aan zwart–wit foto's. Maar het plaatsen van het beeld in een nieuwe context maakt het beeld echt onherkenbaar ten opzichte van het origineel. Er verschijnen de jaren daarop nog enkele No way, José!–producties.

Dan naar de doosjes–met–inhoud. In 1993 krijgt Olgers de opdracht om voor PTT Post Pakketservice een doos met inhoud vorm te geven. Dit kunstwerk in karton draagt de titel 'Wereldberoemd in Nederland' en bevat karnemelkse zeep, een schuurspons, drop, speculaas een stekbakje, tulpenbollen en nog enkele typisch Hollandse producten. Een jaar later is PTT Post Pakketservice opnieuw de opdrachtgever voor een doos–met–inhoud: 'Sterke verhalen'. Opnieuw een allegaartje aan objecten die met elkaar verbonden zijn door het thema, waaronder een miniatuur indiaan, een gebogen lepeltje, een vislijnhaspel met dobber en een boek. Er volgen de jaren daarop nog meerdere dozen waarvan een aantal niet verder komt dan het stadium van prototype. Maar toch. De dozen laten zien waar Olgers sterk is: het herschikken en hervormen van het bekende in een andere context zodat er iets ontstaat dat nieuw en spannend is.

Alles is altijd al geweest
André Olgers was voor mij een verrassing. De beelden waarmee hij werkt, hebben iets vertrouwds maar worden door hem als het ware opnieuw belicht. Door het hele boek heen komt een beeld naar voren van een vormgever die weliswaar zijn opdrachtgevers wilde behagen maar ook zijn eigen artistieke vrijheid zocht. Of zoals Joost Veerkamp het heeft verwoord: "Verzamelen, rangschikken: andere kunstenaars zijn hem voorgegaan, maar hun uitvoering is anders dan die van Olgers, altijd een strikt persoonlijke. In Olgers' ogen zijn originaliteit en authenticiteit beladen begrippen. ... De vraag is echter of Olgers zo beredeneerd te werk gaat of dat zijn houding intuïtief is.".

Alles is misschien altijd al geweest. Maar voor Olgers was het geen reden om alles dat al was geweest ongemoeid te laten. Vroeger wordt nu door het te gebruiken, aan te passen en te verbeteren. Dat is wat dit voor mij verrassende boek nog eens duidelijk maakt.
Links bij dit artikel: