Terwijl je leest door Gerard Unger
Zaterdag 12 mei 2007
Sommige handelingen leer je om toen zonder acht te slaan op hoe je het eigenlijk doet. Neem nu bijvoorbeeld lopen. Wanneer ik bewust ga lopen, weet ik niet eens hoe ik dat zou moeten doen. Wat ik wel weet is dat ik niet zo loop als ik het normaal doe. Het gaat te geforceerd: de knieën gaan dieper, de bovenbeenspieren worden te sterk aangespannen. Kortom, het lijkt nergens meer op.

Zo gaat het ook met lezen. Wanneer je als volwassene enkele jaren leeservaring hebt, weet je niet meer hoe je het doet. Lees ik de letters afzonderlijk? Zie ik in een keer een heel woord? Of een zin? Uit ervaring weet ik dat het niet letter voor letter gaat.
Een kleine anekdote: een collega vroeg me eens om, uit het hoofd, te tellen hoeveel keer de letter 'E' in een bepaalde tekst voorkwam. Ik voelde wel aan dat er ergens een adder onder het gras zat en dus las ik heel aandachtig en telde met de grootste zorgvuldigheid. De grap was dat ik minstens drie keer een 'E' over het hoofd zag en niet had meegeteld. Uiteraard tot grote hilariteit van mijn collega; de grote boekenwurm van het bedrijf ziet de letters niet eens. De oen.
Over dit soort zaken gaat het boek van Gerard Unger.

Wij zijn als ervaren lezers zo vertrouwd geraakt met letters dat we ze tijdens het lezen niet eens meer opmerken. Ze zijn volgens Unger bijna onzichtbaar geworden. Wie weet nog na het lezen van een bepaalde tekst of het gebruikte lettertype van de tekst al dan niet een schreef (u weet wel, zo´n streepje aan bijvoorbeeld de boven– en onderkant aan een 'n') had? Weet u nog of een tekst leesbaar was? Niet in de zin van begrijpelijk maar in de zin van eenvoudig te lezen? Waarschijnlijk niet. Toch zal het u opvallen wanneer uw vertrouwde krant van lettertype gaat wisselen. Het levert de redacties van de kranten die zich aan een dergelijke operatie wagen steevast bergen post op. Vaak niet eens omdat het nieuwe lettertype mooier of lelijker is maar omdat wordt afgeweken van datgene waar wij als lezers aan gewend zijn. En lezers willen nu eenmaal waaraan ze gewend zijn.

Maar als lezers alleen willen waaraan we gewend zijn, wat is dan de dagbesteding van typografen? Waarom zijn er dan zo veel verschillende lettertypen? Een vraag die bijna niet beantwoord kan worden zonder dat er dieper wordt ingegaan op de manier waarop wij lezen. Kort en goed komt het er op neer dat lezers een groot skala aan lettertypen kunnen herkennen doordat lezers niet alleen de afzonderlijke letters zien maar delen van woorden en soms zelfs delen van zinnen. Iemand die veel leest over een bepaald onderwerp zal inhoudelijk soortgelijke teksten op den duur sneller en begrijpelijker kunnen lezen. Onze hersenen leren bekende patronen te herkenen. Zonder dat we het ons bewust zijn worden woorden en zinsdelen omgezet in begrip. Dit geeft antwoord op de vraag hoe het kan dat we verschillende lettertypes kunnen herkennen, maar geeft nog geen antwoord op de vraag waarom er dan nog telkens nieuwe lettertypes bijkomen. Unger weet hier het antwoord wel op: 'Het vermogen om letters te herkennen is nagenoeg onbegrensd, en er lijkt evenmin een grens te zijn aan de vermogens van telkens weer nieuwe generatie ontwerpers om lettervormen naar hun handen te zetten en aan te passen aan de smaak en de voorwaarden van hun tijd'.

Wat mij betreft is 'Terwijl je leest' een meer dan geslaagd boek over lezen & lettervormen. Unger leidt de lezer de weg langs alle aspecten van de interactie tussen lezen en lettervormen. Hij doet dit zonder daarbij teveel te vervallen in jargon en zonder al te ver door de knieën te gaan. Oude waarheden over lettervormen en lezen worden door Unger onderzocht en waar mogelijk gestaafd door recent wetenschappelijk onderzoek. Het spreekt bijna vanzelf dat je verwacht dat een boek van een letterontwerper over letters en lezen voldoet aan de allerhoogste eisen van vormgeving en leesbaarheid. Maar ik wil het toch niet ongenoemd laten dat deze verwachtingen ruimschoots worden waargemaakt.

Nog een kleine waarschuwing voor iedereen die het boek wil gaan lezen. Het is na dit boek een tijdje niet meer mogelijk om volledig op de automatische piloot te lezen. U zult schreefjes zien, of juist niet. U bent zich bewust van de uitlijning van de teksten. U ziet voor het eerst dat er wel heel veel witruimte is. Maar maakt u zich vooral geen zorgen. Dit slijt vanzelf weer.
Links bij dit artikel: