De diabolische snelweg (2007). Wim Nijenhuis en Wilfried van Winden (tekst), Rook & Nagelkerke (foto's)
Dinsdag 18 december 2007
De diabolische snelweg.
Het boek heeft één van de langste titels die ik ken: 'De diabolische snelweg. Over de traditie van de mooie weg in het Nederlandse landschap en het verlangen naar de schitterende snelweg in de grote stad'. Een dergelijke lange titel vraagt om stukken te worden geknipt en dat komt bij de bespreking van het boek ook nog eens goed uit. Te beginnen met de traditie van de mooie weg in het Nederlandse landschap.

Over de traditie van de mooie weg in het Nederlandse landschap
Al bij de aankondiging van het boek werd ik nieuwsgierig door juist dit deel van de titel: "mooie weg". Want bij een snelweg heb ik veel associatie's maar 'mooi' zit daar niet bij. 'Overzichtelijk', 'duidelijk' en 'voorspelbaar' dat zijn meer termen waarmee ik uit de voeten kan wanneer het over snelwegen gaat. De auteurs willen duidelijk maken dat (juist) niet alleen functionele principes een rol hebben gespeeld bij het ontwerpen van de Nederlandse snelweg maar ook esthetische principes.

Eigenlijk al vanaf het prille begin speelt 'schoonheid' en schoonheidsbeleving een rol bij het ontwerpen van snelwegen. Naar aanleiding van het eerste Nederlandse Wegencongres, werd geopperd dat: 'Geen wegen worden aangelegd, geen bestaande gewijzigd in geheel of onderdelen; geen steun of medewerking wordt verleend, tenzij met eischen van schoonheid is rekening gehouden'. Dat was in 1920.

Met schoonheid werd voornamelijk landschappelijke schoonheid bedoeld en daarmee in praktische zin de aanplant van natuurschoon verstaan. Belangrijk bij de aanplant van natuurschoon was de regionale aanpak. Dat wil zeggen dat de beplanting overeen moet stemmen met het karakter van de streek. Ook het karakter van de streek moet in het wegontwerp tot uitdrukking worden gebracht. Het streven moet gericht zijn op een synthese tussen natuur en techniek. Dit laatste was ook het uitgangspunt bij de Duitse Autobahnen en de Amerikaanse parkways. Bij de ontwerpen van 'mooie' Nederlandse snelwegen is het parkway–principe, met de opeenvolgende krommingen, terug te vinden.

Maar dit parkway–ideaal bleek hoe langer hoe minder het leitmotiv. Of simpelweg niet inpasbaar. De jaren tachtig van de vorige eeuw legde bijvoorbeeld de focus op de ecologie. Het waren niet langer zichtassen of coulissen, termen uit de esthetiek van van de landschapsarchitectuur, die van belang waren maar herkenning van planten en plantgemeenschappen. De ecologische blik. De inpasbaarheid van het parkway–principe bleek niet meer haalbaar in het nieuw ontstane stedelijke milieu. In het stedelijke milieu is het belangrijker dat 'routes' als herkenbaar en logisch worden ervaren. Het ultieme doel is dan uiteindelijk niet te streven naar de identiteit van één route maar naar 'een harmonieuze continuiteit voor het wegennet als geheel'.

Het verlangen naar de schitterende snelweg in de grote stad
Tot zover de theorie. Hoe ging dat in de praktijk? Wat mij betreft komen we nu bij het meest bijzondere onderdeel van het boek: voor acht trajecten is in tekst, fotografie, plattegronden en schetsen weergegeven hoe deze trajecten tot stand zijn gekomen en hoe ze er uiteindelijk uit zijn gaan zien. Ieder traject heeft zijn eigen katern gekregen waarin de hoofdrolspelers bij het totstandbrengen van een snelweg, Rijkswaterstaat en Staatsbosbeheer aangevuld met gemeente of architect, aan het wooord komen. Dit geheel geeft een zeer compleet beeld van hoe een dergelijk traject tot stand komt en welke belangen en vraagstukken de revue passeerden.

Neem nu de Rijksweg 1 bij Naarden. De eerste vraag die bij de aanleg dit deel van de rijksweg een rol ging spelen was of deze ten zuiden of ten noorden van Naarden zou moeten komen. De knoop moest uiteindelijk door de betrokken minister worden doorhakken. Het werd ten noorden.

Dan diende de volgende vraag zich aan: hoe kun je deze variant praktisch en esthetisch inrichten? Hier heeft Staatsbosbeheer een flinke vinger in de pap gehad. Kosten noch moeite zijn gespaard om het tracé op te laten gaan in de bestaande omgeving en de automobilist de maximale esthetische ervaring te laten ondergaan.

Hiertoe werd tot diep in het omliggende landschap grond aangekocht. Hierdoor kon het gebied zo worden ingericht dat de automobilist zowel van de aanblik van de vesting Naarden as het aangrenzende Gooimeer kon genieten. Niet alleen de landschappelijke inrichting werd ingezet voor de maximale esthetische ervaring ook de vorm van de weg, de tektoniek. De achtergrondinformatie vanuit Rijkswaterstaat en Staatsbosbeheer gecombineerd met de prachtige foto's Rook & Nagelkerke maken duidelijk hoe aan de esthetische ervaring is gewerkt en hoe deze uiteindelijk is geworden.

De diabolische snelweg
Het naamgevende essay van Wim Nijenhuis begint met: 'Na een kleine eeuw anglieke landschapsillusie zal de integrale werkelijkheid van de stad geopenbaard worden door de diabolsche snelweg die daarmee de enige zinvolle optie is voor de mobiliteitsesthetiek in de metropool van de toekomst'. Daarna was ik de weg wat kwijt.

Ik kan de hoofdlijn en hoofdvraag van het essay wel volgen: hoe maak je een esthetische snelweg vanuit een twee– hooguit driedimensionale denkwereld? Immers de ontwerpen worden op de analoge of digitale ontwerptafel gemaakt. Er ontstaat een plaatje. Of in het geval van een driedimensionaal plaatje, een beeld. Maar dat vangt de essentie van het rijden niet. Je kijkt als bestuurder niet naar een plaatje of een beeld, je ervaart snelheid. Dit is leuk en aardig voor het platteland maar hoe werkt het voor het verstedelijkte gebied? Ervaar je als bestuurder de ritme's en logica die de ontwerpers voor ogen hadden. Of blijft het wringen? En wordt het net net–wel–net–niet passen van de snelweg in de stedelijk gebied voor de automobilist een duivelse ervaring?

Verlangen
De vormgeving van het boek sluit prachtig aan bij het verhaal dat de auteurs willen vertellen en brengt lezen en ervaren dichter bijelkaar. Het boek roept na lezing (en het kijken van de foto's) het verlangen op om te gaan rijden. Te ervaren of de schoonheid van de snelweg die je zojuist in theorie tot je hebt genomen ook in de praktijk voor jou werkt. Een must voor iedere automobilist. En boekenliefhebber.

Wim Nijenhuis, Wilfried van Winden (tekst), Rook & Nagelkerke (foto's)
Over de traditie van de mooie weg in het Nederlandse landschap en het verlangen naar de schitterende snelweg in de grote stad

208 bladzijden, hardcover
Prijs € 39.50
ISBN 978 90 6450 590 4
Uitgegeven december 2007
Links bij dit artikel: