Bordewijk schrijft een brief
Zaterdag 1 januari 2011

Net nu ik in het kader van een grote schoonmaak mijn met literatuur gevulde boekenkasten aan het legen ben, komt er op Boekwinkeltjes iets voorbij dat ik niet kon laten liggen: een boek van Bordewijk met een brief van zijn hand. Wanneer fictie en werkelijkheid elkaar naderen of zelfs raken, dan gebeurt er iets spannends. Zo ontving de schrijver Ferdinand Bordewijk in 1952 een brief van de heer De Marcas, een naamgenoot van een fictief personage uit het boek Blokken (1931). Hoewel de brief van De Marcas bepaald geen fanmail is, is het antwoord van Bordewijk op z'n zachts gezegd ook niet zo vriendelijk.


Enveloppe om brief van F. Bordewijk
Enveloppe om brief van Bordewijk


Op 19 juli 1952 schrijft de heer De Marcas een kort briefje aan Bordewijk hoe hij aan de naam De Marcas voor zijn boek Blokken is gekomen. De vraag is voor de briefschrijver nog interessanter omdat er bij zijn weten maar drie Nederlanders zijn die die naam dragen. Het afschrift van de brief aan Bordewijk is bewaard gebleven en heeft de volgende inhoud:


Brief van De Marcas aan F. Bordewijk
Brief van De Marcas aan F. Bordewijk




19 juli 1952

Hr. F. Bordewijk,

Bij ontvangst van deze brief en het lezen van de naam van de afzender zult u misschien reeds de aanleiding tot deze correspondentie voorzien. In uw verhaal "Blokken", dat ik dezer dagen las, kwam mijn geslachtsnaam voor. Omdat deze naam hier te lande slechts door 3 personen wordt gedragen, heb ik mij afgevraagd, hoe u juist aan deze naam komt. Is u deze wellicht uit een kennismaking van vroegere jaren bijgebleven? In ieder geval interesseert het mij bijzonder hieromtrent nadere gegevens van u te ontvangen, indien u hiertoe bereid is. Ten slotte moet ik tot de ontboezeming komen dat het mij wel onaangenaam heeft getroffen dat u deze naam in verband heeft gebracht met een groep personen, waarmee ik niet gaarne in relatie zou zijn getreden. Misschien met een speciale bedoeling? Uw antwoord met belangstelling tegemoet ziende u bij voorbaat hiervoor dankend.

Hoogachtend


Bordewijk antwoordt per ommegaande op geïrriteerde toon en met een uiterst narrige slotzin:


Brief van F. Bordewijk aan De Marcas
Brief van F. Bordewijk aan De Marcas




[...]

Weledele heer,

Hoe ik aan de naam Marcas [sic] ben gekomen weet ik niet meer, want het boek waarin U deze naam las verscheen reeds meer dan 20 jaar geleden in eerste druk. Een speciale bedoeling - wat is dit trouwens? - heb ik daarmede zeker niet gehad. Het verwondert mij ook wel dat het lezen van deze naam U geen genoegen heeft gedaan, want vooreerst heb ik uw naamdrager niet willen voorstellen als een ongunstig persoon en in de tweede plaats gaat het toch wel wat ver enig contact, hoe vaag ook, te leggen met Uw eigen persoon, of Uw familie.
Mijn indruk is dat men tegenwoordig hier te lande zich wel erg gauw onaangenaam getroffen voelt.

Hoogachtend,

(signatuur)
(F. Bordewijk)


De Marcas heeft het afschrift en de brief zorgvuldig bewaard in zijn exemplaar van de bundel Blokken, Knorrende beesten, Bint. Als straf heeft De Marcas het boek echter voorzien van strenge doorhalingen en tekstsuggesties. Ik vrees dat het niet meer goed is gekomen tussen de beide heren.