In de beschrijving van het vorige kettingboek, 'De Aaibaarheidsfactor', heb ik aangekondigd dat ik iedere week een verband zal leggen tussen twee boeken. Deze week heb ik het mezelf erg makkelijk gemaakt. De overeenkomst is namelijk de auteur.

Het boekje in kwestie,"Over luiken", is namelijk wederom geschreven door Rudy Kousbroek. Het bijzondere aan het boekje is dat het geillustreerd is door Joost Veerkamp, en in een beperkte oplage bij de Statenhofpers is gedrukt.

De tekst is niet speciaal voor deze uitgave geschreven, deze verscheen eerder in Rudy Kousbroek's "Opgespoorde wonderen". De tekeningen van Joost Veerkamp zijn wel speciaal voor deze uitgave gemaakt.

Het mooie van de teksten van Rudy Kousbroek is dat ze zowel persoonlijk als esthetisch als erudiet zijn. Over een ogenschijnlijk eenvoudig onderwerp als "luiken" kan hij moeiteloos enkele pagina's volschrijven zonder dat het je gaat vervelen.

Hij maakt ook moeiteloos sprongetjes die de lezer leiden naar wat hij eigenlijk qua boodschap kwijt wil: de geestelijke armoede die ontstaat door welvaart. Dat gaat ongeveer als volgt:
– luiken houden de blik buiten,
– het Nederlandse woord 'blinden' is toepasselijk,
– we hebben geen oog meer voor de schoonheid van luiken en zijn hiervoor blind voor schoonheid,
– het verdwijnen van schoonheid hangt is een vorm van armoede,
deze armoede wordt gevoed door welvaart.

In deze luxe uitgave met de illustraties van Joost Veerkamp over luiken en de auteur in zijn studeerkamer, vraag je je af waarom dat het boekje zo dun is gebleven. Het had wat de lezer en kijker betreft gerust de dubbele omvang mogen hebben. Of liefst nog iets meer.

Joost Veerkamp is daarmee de volgende schakel in de kettingboeken geworden. Volgende week zal "September" van F.B. Hotz met zeefdrukken van Joost Veerkamp het volgende kettingboek zijn.